Deze motorrijtuigen werden in de jaren zestig voor de Rhätische Bahn (RhB) gebouwd in twee series. De tweede serie is 35 cm langer door toepassing van ander type draaistellen.

De motorrijtuigen kunnen gecombineerd rijden met locomotieven van het type Gem 4/4, en met motorrijtuigen van het type ABe 4/4 ^III. Ze kunnen ook worden gecombineerd met een sneeuwfrees van het type Xrotet.

De motorrijtuig 48 uit de tweede serie zullen in gebruikt bij RhB Infrastructuur als dienst motorrijtuigen en vernummerd in 23201.

De laatste drie motorrijtuigen uit de tweede serie zullen in de toekomst worden gebruikt als dienstmotorrijtuigen ter vervanging van Xe 4/4 9922–24* 

Volgens Wikipedia!

De ABe 4/4 ^III is een elektrisch motorrijtuig bestemd voor het regionaal personenvervoer van de Rhätische Bahn (RhB).

Deze motorrijtuigen werden in de jaren tachtig in twee series van drie stuks gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB).De treinen van het type ABe 4/4 ^III worden door de Rhätische Bahn (RhB) ingezet op het traject tussen St. Moritz en Tirano over de Berninabahn. Bij inzet met Bernina-Panorama-rijtuigen zijn de motorrijtuigen soms niet voor publiek toegankelijk.*

*Volgens Wikipedia

De ABe 8/12 ook wel Allegra genoemd is een elektrisch treinstel met lagevloerdeel bestemd voor het regionaal personenvervoer van de Rhätische Bahn (RhB).

De treinen werden voor de Rhätische Bahn (RhB) ontwikkeld door Stadler Rail ter vervanging van onder meer Ge 4/4 I, ABe 4/4 II en Be 4/4.

Op 14 oktober 2009 was de Roll-Out van het type ABe 8/12 bij Stadler Rail in Altenrhein. Naar verwachting zal in mei 2010 de eerste vijf treinen bij Rhätische Bahn (RhB) in dienst worden gesteld. Aan het eind van 2010 werden alle treinen in dienst gesteld.* 

*Volgens Wikipedia

De Ge 4/4 I is een elektrische locomotief van de Rhätische Bahn (RhB).

Deze locomotieven werden in de jaren veertig door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM), Brown, Boveri & Cie (BBC) en Maschinenfabrik Oerlikon (MFO) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 4/4 I.*

*Volgens Wikipedia

Elektrolokomotive Ge 4/4 I

Ende der 80er konnte die RhB noch nicht auf die mittlerweile fast 40 Jahre alten Loks der Baureihe Ge 4/4 I verzichten. Da absehbar war, dass diese noch länger im Einsatz bleiben würden, wurden die Loks modernisiert. Es wurde eine Vielfachsteuerung eingebaut und weitere technische Verbesserungen durchgeführt, aber am auffälligsten waren die neuen Führerstände mit den zwei großen Fenstern. Wenn auch ein Teil der Loks bereits verschrottet wurde, stehen immer noch einige der teilweise über 70 Jahre alten Loks im Einsatz.**

** Volgens LGB

De Ge 4/4 II is een elektrische locomotief van de Rhätische Bahn (RhB).

Deze locomotieven werden in de jaren 1970 door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM) en Brown, Boveri & Cie (BBC) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 4/4 II.*

*Volgens Wikipedia

 De Ge 4/4 III is een elektrische locomotief van de Rhätische Bahn (RhB).

Deze locomotieven werden in de jaren 1990 door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM) en Asea Brown Boveri (ABB) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 4/4 III, de Transports de la région Morges–Bière–Cossonay (MBC) als Ge 4/4 en de Montreux–Berner Oberland-Bahn (MOB) als Ge 4/4.

*Volgens Wikipedia

Deze locomotieven werden in de jaren 1920 door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM), Brown, Boveri & Cie (BBC) en Maschinenfabrik Oerlikon (MFO) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 6/6 I.*

*Volgens Wikipedia

Deze locomotieven werden in de jaren 1920 door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM), Brown, Boveri & Cie (BBC) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 6/6 II.*

*Volgens Wikipedia

De Gem 4/4 is de aanduiding voor een serie van twee locomotieven met elektrische of met dieselelektrische aandrijving van de Rhätische Bahn (RhB).

Deze locomotieven werden in 1968 aangeschaft, onder meer om de prestaties van de motorwagens van het type ABe 4/4 ^II te ondersteunen. Bij gebruik van de sneeuwfrezen van de serie 9918-9919 leveren deze locomotieven naast de voortbeweging ook de energie voor deze elektrische sneeuwfrezen.

Tussen 1973 en 1981 werden deze locomotieven gebruikt als hybride tractie voor de Bernina-Express. Ze namen vanaf Samedan de wagons van de sneltrein uit Sankt Moritz over en reden dieselektrisch naar Surovas of Bernina Diavolezza. Hier werd dan overgeschakeld op de bovenleiding voor het traject tot Tirano. Tegenwoordig wordt dit hybride tractie genoemd.

Aan dit gebruik kwam een eind toen het perronspoor 3 in Pontresina geschikt werd gemaakt voor het wisselen van de spanning op de bovenleiding. De treinen uit Chur werden nu tot Pontresina getrokken door een elektrische locomotief onder 11kV wisselstroom. Te Pontresina werd de spanning op de bovenleiding omgeschakeld naar 1000 volt gelijkstroom voor de motorrijtuigen van de Berninabahn.

De locomotieven werden ook op het hele net van de Rhätische Bahn (RhB) voor werktreinen ingezet.*

*Volgens Wikipedia

De dieselhydraulische rangeerlocomotieven Gmf 4/4 242 en 243 van de Rhätische Bahn (RhB) werden in 1991 in gebruik genomen. Ze werden gebruikt voor de bouwtreinen tijdens de bouw van de Vereina-tunnel . Vandaag is de Gmf 4/4 243 gestationeerd in Klosters-Platz voor de rangeerdienst en voor de brandweer- en reddingstrein Vereina, die bestaat uit een medisch busje, een trolley en een brandweerwagen. De Gmf 4/4 242 bevindt zich in Landquart . De locomotieven zijn het beste voor het trekken van ladingen met lage snelheid over lange afstanden.

De locomotieven zijn 60 km / u snel, hebben een gewicht van 50 t en een vermogen van 350 kW bij 20 km / u. Het wordt aangedreven door Caterpillar dieselmotoren . De locomotieven kunnen op afstand worden bediend via de radio.

*Volgens Wikipedia

De diesel-elektrische locomotieven Gmf 4/4 ^II 28701 tot 28704 van de Rhätische Bahn (RhB) werden besteld in 2009 en in gebruik genomen in 2014. Om in het gehele RhB-netwerk, inclusief de Bernina-spoorweg, te kunnen worden gebruikt, waren de randvoorwaarden de mogelijkheid om in bogen met een straal van 45 m en hellingen tot 70 ‰ en een maximale aslast van 16 t te rijden. De locomotieven werden ontworpen en geassembleerd in de ijzerfabriek van Schalker , die al in 1969 twee RhB Te 2/2 nr. 74 en 75 bouwtractors had geleverd aan de RhB. In 2015 werden de locomotieven omgenummerd. Het nieuwe nummer is: Gmf 4/4 234 01 tot 234 04.

*Volgens Wikipedia